Mechaniks - bovenbouw country_nl
Elementen-1

Techniek

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen
7338-mechaniks_4-1

Mechaniks - bovenbouw

07 juni 2022

Meester Juul onderzoekt: Mechaniks in de bovenbouw

Dit artikel is het tweede van twee artikelen over Mechaniks. In dit artikel zoom ik in op Mechaniks voor de bovenbouw.

Mechaniks

Mechaniks is materiaal waarmee je de basisprincipes van de mechanica kunt ervaren. Er is geen ingewikkelde theorie nodig om vragen te beantwoorden als: “Hoe kun je een horizontale beweging omzetten in een verticale?” of “Wat is middelpuntvliedende kracht en hoe ziet dat er uit?”.

Abstracte stellingen kunnen op een redelijk eenvoudige manier visueel gemaakt worden. Daarnaast is alles letterlijk in beweging te zetten wat werkt als een beloning voor het op een goede manier volgen van de stappen.

Daar waar het onderwijs vaak erg talig is, is het hier juist de praktische kant die meer aandacht krijgt. Misschien werkt dat voor jongens in het bijzonder nog wel het beste: leren door te doen - trial and error. Daarnaast is het zelfcorrigerend, want het is heel simpel; het werkt of het werkt niet.

De praktijk

Vanuit mijn eigen praktijk als (montessori) leerkracht weet ik maar al te goed hoe kinderen het liefst leren: door te doen en te spelen.

Des te mooier vond ik het om te zien dat deze geconditioneerde bovenbouw leerlingen - die al geruime tijd geen thematische onderwijs meer gehad hebben en waarbij de meeste kennisoverdracht op een talige manier heeft plaatsgevonden - toch meteen aangesproken werden door het materiaal en spontaan te werk gingen.

Al doende werden ze op een laagdrempelige en praktische manier uitgedaagd hun eigen leerstijl te ontdekken. Leren door te doen, leren door te lezen..

Het materiaal en de handleiding lenen zich uitstekend voor kinderen van onder tot bovenbouw. Je kunt de handleiding op basis van de plaatjes volgen en je hoeft hier dan ook niet van af te wijken. Ook is het materiaal prima te gebruiken om er vrij mee te spelen of juist met een aanname of vraag in het achterhoofd aan de slag te gaan; “Hoe kan ik middels een beweging een geluid laten klinken” of “kan ik met één handeling twee bewegingen laten plaatsvinden?”.

Er zijn genoeg vaardigheden te bedenken die geoefend worden die passen bij TULE kerndoelen voor Rekenen/Wiskunde en 21e-eeuwse vaardigheden.

Aan de slag

Daar waar het in de onderbouw nog heel normaal is om thematisch te werken is het dat in de bovenbouw al een stuk minder. Kinderen worden geacht vooral stil te zitten, te luisteren, te verwerken en met een beetje geluk een klein beetje te reflecteren.

Zo niet met dit materiaal: de doos nodigt al meteen uit tot actie. De kinderen die ermee aan de slag gingen hadden gelijk door hoe het werkte: nadat de deksel er af geschoven werd en de verschillende materialen tevoorschijn kwamen, werd meteen duidelijk hoe het materiaal gebruikt diende te worden.

"Ik denk dat dit hier in moet meester", "kijk, zo kan het draaien", "wacht even dit ken ik, dit elastiek kan hieromheen en dan gaat het bewegen".

Omdat ze al wat basiskennis hebben van bewegende onderdelen en overbrenging komen ze al een heel eind.

Er wordt aardig wat van het ruimtelijk inzicht gevraagd bij het in elkaar zetten van de opstellingen; kinderen kunnen alles nabouwen vanaf een boven- en zijaanzicht. De vertaalslag van het platte vlak naar onze driedimensionale wereld is een pittige maar zeker niet onmogelijke opdracht. In menig rekenmethode wordt een vergelijkbare vaardigheid getoetst, hoe leuk is het een keer daadwerkelijk iets in je hand te kunnen houden, in plaats van het je alleen maar voor te stellen of aan de hand van plaatjes.

Omdat ik het materiaal al in de onderbouw had aangeboden was ik bekend met de werking ervan, ik kon ze dus al uitpakkend hypotheses voorleggen "wat denk je dat er gebeurt als je …." Ik merkte dat ze echt op onderzoek gingen om een vraag of stelling van mij te kunnen beantwoorden of bewijzen.

Het materiaal sluit aan bij de belevingswereld van zowel doeners als denkers. En bij het samen spelen zie je dat er als vanzelf overleg plaatsvindt, waarschijnlijk vanwege het gezamenlijke doel en de leuke nieuwe invalshoek, wat dus motiveert om het in ieder geval tot een goed einde te brengen en hier dus ook alles voor te doen.

De kinderen leken opvallend veel voorbeelden te kunnen bedenken waarin bepaalde opstellingen in het echt voorkwamen: een fiets, een staafmixer de overbrenging van de motor in een auto op de as en nog veel meer opties kwamen naar boven.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit komt door de toepasbaarheid, het daadwerkelijk kunnen vastpakken van de materialen en het fysiek kunnen manipuleren ervan.

In het Montessori onderwijs waarin ik jaren gewerkt heb is dit ook een van de pijlers: leren door te doen, door te proberen en door de zelf corrigerende eigenschappen ervan jezelf te kunnen overtuigen dat het klopt (of niet en het dan aan te passen).

Hierdoor doe je het zelf, krijg je eigenaarschap en doe je eigenlijk zoveel meer dan alleen maar met een materiaal spelen. Ik durf zelfs te stellen dat vaardigheden die je op deze manier aanleert eigenlijk bij iedere les en zelfs in het dagelijks leven van pas komen.

Kortom

Als speelgoed om ontdekkend te leren leent dit materiaal zich bijzonder goed. Kinderen leren (on)bewust hoe basisprincipes in de mechanica werken. Om het constructief in te zetten in de klas is een vertaling nodig vanuit de TULE kerndoelen, maar deze is niet vergezocht (denk bijvoorbeeld aan Rekenen/Wiskunde kerndoel 32 en 33).

Het meest toegankelijk is het om materialen zoals dit thematisch in te zetten. Bijvoorbeeld bij een thema over natuurkrachten, het zonnestelsel (met de krachten die daarbij horen), in het kader van “actie reactie” of de overbrenging van energie.

Ook 21e-eeuwse vaardigheden zoals 'onderzoeken', 'voorspellen', 'experimenteren', 'verklaren' en 'redeneren' komen bij dit materiaal ruim aan de orde en kunne hiermee bewust geobserveerd en geoefend worden.

Vrij spelen is absoluut een optie, maar ik heb gemerkt dat dit bij bovenbouwleerlingen iets sneller gaat vervelen. Dit omdat ze geen plezier meer hebben in sorteren (zoals een onderbouwleerling) maar nog niet in staat zijn zelf een complexe opstelling te bedenken. Wat ze wel kunnen is er een uitbreiden, dus: meer klepels, meer wieltjes of meer geluid produceren.

Het sprak meer aan om - naast het bouwen van de voorbeelden in de handleiding - stellingen te bewijzen. Ik vond het erg leuk om verrast te worden door zoveel vindingrijkheid.

Op basis van mijn ervaringen met het materiaal kom ik tot de volgende beoordeling:

Juul Rutten
(Montessori) Leerkracht