Er zijn nog geen producten in uw winkelwagen geplaatst.
Rekenen & Taal
Rekenen met houten dobbelstenen
ARJA KERPEL - Leerkracht en specialist hoogbegaafdheid
Leeftijd | 2-12 jaar | ||||
Aantal spelers | 1-30 spelers | ||||
Uitgever | Olifu | ||||
Speelduur | 15 - 20 minuten |
In een stoffen tas zitten 200 grote dobbelstenen in vier verschillende soorten:
Inhoud
- Kleurendobbelstenen
- Stippendobbelstenen met 1, 2 of 3 stippen
- Stippendobbelstenen met 1 tot 6 stippen
- Dobbelstenen met de cijfers van 1 tot 6
Hiernaast bevat dit concept ook dobbelstenen met de rekensymbolen ( +, -, :, x), de getallen 7-12 en nog andere soorten.
Deze dobbelstenen zijn erg goed te combineren met de vier houten spelborden van Olifu. De set met spelborden bestaat uit vier borden, in drie verschillende formaten.
Beschrijving
Spelend en ontdekkend leren, daar gaat het om bij dit concept. Je kunt de dobbelstenen op veel manieren gebruiken, elk kind kan weer nieuwe manieren en spelletjes ontdekken en verzinnen. Om een indruk te geven van wat mogelijk is, volgen hieronder enkele suggesties.
Voor het jonge kind
Vrij spel
Leg de dobbelstenen neer en laat de kinderen ermee spelen. Wat doen ze ermee? Bijvoorbeeld:
- Een toren bouwen.
- Lange rijen leggen.
- Gebruiken als blokken om mee te spelen.
- Ordenen op kleuren, stippen en cijfers.
- En ze verzinnen nog veel meer…
Omdat het zulke grote dobbelstenen zijn, kunnen ook peuters er al mee spelen.
Bouwwerken
Laat de ene leerling een bouwwerk maken en de ander het nabouwen. Dit kun je doen met een schot ertussen, zodat de ene leerling het moet uitleggen aan de ander.
Laat kinderen bouwwerken maken. Fotografeer ze, lamineer ze en dan kun je deze kaarten elke keer weer gebruiken om anderen het na te laten bouwen. Zo stimuleer je het ruimtelijk inzicht.
Dobbelen
Dit spel is bedacht door 6-jarigen. Je hebt alle kleurendobbelstenen nodig en een dobbelsteen van 1-2-3. Leg alle kleurendobbelstenen gemixt bij elkaar. Pak de dobbelsteen met 1-2-3 en een kleurendobbelsteen. De kinderen mogen om de beurt gooien. Als je geel en drie gooit, mag je drie dobbelstenen pakken die met de gele kant naar boven liggen. Dit gaat net zo lang door tot alle kleurendobbelstenen op zijn. Wie het meeste dobbelstenen heeft, heeft gewonnen.
Bingo
Bingo kun je zelfs met de hele klas spelen. Geef elk kind zes dobbelstenen. Laat de kinderen de dobbelstenen gooien en goed zichtbaar voor zich neer leggen. De spelleider gooit om de beurt met de kleuren, stippen en getallendobbelsteen. Kinderen die het gegooide getal / de gegooide kleur hebben, mogen hun dobbelsteen midden in de kring aan de slang leggen. Wie het eerst alle zes de dobbelstenen uitgespeeld heeft, is de winnaar. Je kunt ook met minder dobbelstenen spelen. Als op een gegeven moment telkens kleuren/getallen gegooid worden die al geweest zijn, kun je ervoor kiezen om zelf kleuren/getallen op te leggen. Wat ook een optie is: als je met een kleiner groepje speelt, kun je de kinderen om de beurt laten kiezen met welk soort dobbelsteen ze willen gooien. Dan komt er een beetje strategie bij kijken.
In combinatie met de spelborden
Geef je de dobbelstenen samen met de spelborden, dan gaan kinderen als vanzelf piramides bouwen. Je kunt zelf nog meer verzinnen met de spelborden, vooral voor oudere kinderen.
Voor oudere kinderen
In de handleiding staan vijf uitgewerkte suggesties voor dit concept, met enkel de dobbelstenen. Die laat ik hier buiten beschouwing. Je kunt het ook inzetten als intro van de rekenles, om te automatiseren. Laat de kinderen dan sommetjes bedenken met gegooide getallen, o.i.d. Je kunt zelf variaties bedenken op bestaande spellen, zoals Master Mind, Yahtzee en Set. Mijn leerlingen en ik hebben nog twee spellen verzonnen met het spelbord erbij.
Punten pakken
Dit spelletje is voor twee spelers. Pak alle kleurendobbelstenen, alle dobbelstenen met 1-6 ogen en het grootste spelbord. Leg het hele spelbord willekeurig vol met dobbelstenen met 1-6 ogen. Hierop kun je verder bouwen. Een vakje waarop je kunt bouwen, kan een verschillende puntenwaarde hebben. Het laagste is drie enen, het hoogste is drie zessen. De spelers mogen om de beurt een vakje bedekken met ‘hun kant’ van de kleurendobbelsteen. Spreek hierbij af dat de ene speler blauw-geel-groen is, en de andere speler rood-oranje-paars. Wie heeft aan het einde het meeste punten? Je kunt ook als spelregel afspreken dat je eerst één dobbelsteen mag omdraaien, voordat je jouw kleurendobbelsteen legt. Het aardige is dat kinderen op deze manier telkens spelenderwijs aan het tellen zijn.
Dobbeldammen
Leg het grootste spelbord vol met dobbelstenen van 1-6 ogen, behalve het middelste vakje. Om de beurt mogen de spelers over een dobbelsteen heen springen. De dobbelsteen waar je overheen springt, mag je hebben. Die leg je voor je neer op het getal wat naar jouw toewijst als je erover heen springt. Je mag alle kanten op springen, maar er mogen geen lege vakjes tussen zitten. Het wordt heel lastig om zó te springen, dat het veld uiteindelijk zo leeg mogelijk is. Als niemand meer kan springen, is het spel klaar. Wie heeft dan de meeste punten? Ik vroeg de uitvinders: Welk cijfer geven jullie Dobbeldammen? Hun antwoord: Een 8,5!
Beoordeling
Ontwikkelingsgebieden
Met dit concept stimuleer je met name de volgende ontwikkelingsgebieden:
- Reken-wiskunde ontwikkeling
- Ruimtelijk inzicht (bij bouwwerken)
- Creativiteit
Reken-wiskunde ontwikkeling, dat klinkt nog vrij algemeen. Maar aan welke kerndoelen kun je nu precies werken met dit concept?
- Kerndoel 23. De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. Dit is taal voor het uitdrukken of benoemen van: hoeveelheden, de telrij, het veranderen of vergelijken van hoeveelheden en groottes, volgordes. Bijvoorbeeld: cijfers lezen. En met de nieuwere versie van dit concept komt daarbij ook het herkennen van de symbolen: +, -, x, = en de termen bij de symbolen.
- Kerndoel 26. De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen en gehele getallen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. Bijvoorbeeld: kleine hoeveelheden gelijk overzien en getalpatronen op een dobbelsteen herkennen.
- Kerndoel 29. De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Ervaringen
Dit concept getest met kinderen van 2 tot 12 jaar. Het is erg leuk om kinderen te observeren als je de dobbelstenen aan hen geeft. De meeste kinderen gaan gelijk graaien, draaien, bouwen en ordenen. Maar één kleuter zei: ‘Wat moet ik nu doen?’. Toen ik haar vrijheid gaf, bleef ze vragen: ‘Maar wat moet ik nu doen?’ Zij ging pas lekker aan de slag toen ik haar de spelborden erbij gaf. Dat gaf haar blijkbaar wat meer structuur en duidelijkheid. Ze bouwde direct een piramide.
Sommige kinderen probeerden of je ook op het spelbord kon bouwen met twee blokjes als basis, en al doende kwamen ze erachter dat je er echt drie nodig hebt. Het is ook grappig om te zien dat kinderen andere dingen leuk vinden dan volwassenen. Het viel me op dat meerdere kinderen bij het afbreken van de piramide van onderaf beginnen, zodat de dobbelsteentjes naar beneden glijden.
Peuters
Peuters zijn vooral verkennend bezig. Ze bouwen een toren of een piramide. Ze leggen lange rijen en gebruiken de dobbelstenen als blokken om mee te spelen. Ze gaan ook al een beetje ordenen, door bijvoorbeeld alle kleurendobbelstenen eruit te halen. Het verschil tussen stippen en cijfers, dat zien ze nog niet.
Kleuters
Kleuters doen dezelfde dingen als peuters, maar zij maken ook verschil tussen de stippen en cijfers. Ook verzinnen ze eenvoudige spelletjes. Bijvoorbeeld met de dobbelsteen gooien en dan een toren bouwen met de gegooide kleuren bovenop.
Oudere kinderen
De tien- tot twaalfjarigen verrasten me. Ik verwachtte dat ze te groot waren voor het gewone bouwen en het maken van een piramide. Daarom gaf ik hen een gerichte opdracht: Verzin een spel. Het eerste wat ze zeiden was: Maar mogen we ook de piramide bouwen? Als je de spelborden ziet, dan jeuken je vingers inderdaad om er een piramide op te maken. Wat alleen jammer is: het grootste spelbord is zó groot, dat zelfs tweehonderd dobbelstenen niet genoeg is om een piramide te bouwen. Je komt dan nog 2,5 rij te kort. Het is wel goed om dit vooraf al tegen de kinderen te zeggen om een teleurstelling halverwege te voorkomen. Maar dan nog kun je een grote piramide bouwen, tweehonderd dobbelstenen is niet niks… Het bedenken van spellen – en vooral het testen – vonden de kinderen erg leuk.
Tot slot
Dit dobbelstenenconcept is echt een typisch Olifu-product: voor creatieve leerlingen en leerkrachten. Leerkrachten die methodeslaven zijn en leerlingen niet anders gewend zijn dan instructies opvolgen, zullen echt even moeten omschakelen. Maar juist voor hen is het nodig om creatief denken te ontwikkelen. Omdat je met dit concept veel kanten op kunt, is het belangrijk om als leerkracht voor jezelf helder te hebben: Wat wil ik de kinderen leren? En wat leren ze als ze er op deze manier mee spelen? Hoe educatief het is, hangt af van de spelvariant. Het mooiste is om dit dobbelstenenconcept zó in te zetten, dat het leuk en leerzaam tegelijk is.